‘Een ontroerde glimlach kon ik regelmatig niet onderdrukken’

  • 2 min.
  • Media & Cultuur

In december 2001 was Han Nefkens mijn patiënt in het AMC. Een maand eerder was hij in verband met klachten gestopt met z’n HIV-medicatie. Daarop ontplofte het virus in zijn lichaam, en vooral in zijn hersenen. Hij kreeg een acute, fulminante HIVencefalitis.
Hij werd doodziek, ontwikkelde een opsoclonus-myoclonus syndroom, later daalde het bewustzijn en ik dacht dat hij het niet zou halen. Maar na weken van onzekerheid was er sprake van enige verbetering en krabbelde hij langzaam op uit het diepste dal.Welke restverschijnselen zouden overblijven was toen moeilijk te voorspellen. Er waren in ieder geval ernstige spraakstoornissen, wekenlang sprak hij in het geheel niet. Toen hij weer iets ging zeggen werd duidelijk dat er in ieder geval een ernstige afasie was overgebleven.&ellipsis;

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?