In 1988 is het Nederlands Huisartsen Genootschap begonnen met het ontwikkelen van een standaardenbeleid. Het idee was dat structurering en standaardisatie bijdragen aan het opheffen van te veel vrijblijvendheid in de uitoefening van het vak. Bovendien moesten standaarden de huisarts houvast geven in het dagelijks handelen, in de toetsing en de nascholing. De standaarden geven aanwijzingen , met betrekking tot anamnese, diagnostiek, therapie en verwijsgedrag naar de tweede lijn. In dat laatste punt zit het raakvlak met het werkterrein van de specialist. De inbreng van de medisch specialisten in de normen voor verwijsgedrag is echter opmerkelijk klein.
Het doel van de ontwikkeling van de NHG-standaarden is het streven naar een gegarandeerd en meer uniform kwaliteitsprodukt. Ook de presentatie van het huisartsenvak naar patiënten en de tweede lijn moet beter zichtbaar worden gemaak