In 1863 viel het de befaamde Parijse arts Paul Broca op dat er bij alle acht gevallen van afasie die hij tot dan toe had gezien sprake was van beschadigingen in de linker hersenhelft. Hij vond dit frappant, maar durfde aan deze observatie nog geen algemene conclusie te verbinden. In 1865 was hij echter zeker van zijn zaak en stelde hij dat 'wij met onze linker hersenhelft spreken'. Met deze constatering begint de moderne geschiedenis van de bestudering van de hemisfeerspecialisatie, het verschijnsel dat de twee helften van de grote hersenen van de mens in functioneel opzicht geen spiegelbeelden van elkaar zijn.
Broca’s ontdekking sloeg in als een bom. In het begin van de negentiende eeuw beschouwde men de hersenen steevast als symmetrisch. Een verstoring van de 'harmonie der hemisferen' zou (bijvoorbeeld volgens Bichat) slechts tot geestesziekte kunnen leiden. Ook in de achttiend