P.N. van Harten onderzocht het voorkomen van extrapyramidale syndromen bij het gebruik van antipsychotica. In zijn dissertatie 'Movement disorders associated with neuroleptics' wordt onder andere geconcludeerd dat een intermitterende neuroleptische behandeling een risicofactor is voor tardieve dyskinesie, clozapine een behandelingsoptie is voor psychotische patiënten met tardieve dystonie en dat het gebruik van cocaïne een risicofactor vormt voor een door antipsychotica geinduceerde acute dystonie.
Extrapyramidale syndromen (EPS) zoals dyskinesie, acathisie en dystonie worden gezien bij de ziekte van Parkinson, Huntington, torsie dystonie en bij het gebruik van antipsychotica. De belangstelling van Van Harten voor EPS werd gewekt op Curaçao: 'Ik zag een patiënt lopen die al twee jaar met zijn gezicht naar de hemelliep en de rug maximaal achterover gebogen, een zeer ernst