In Nederland komen er elk jaar ongeveer zeshonderd nieuwe patiënten met het maligne glioom bij. Ondanks vooruitgang op het gebied van neurochirurgie, radiotherapie en chemotherapie is de mediane overleving van patiënten met een maligne glioom nog steeds korter dan een jaar en is minder dan 5 procent van deze patiënten vijf jaar na het stellen van de diagnose nog in leven. Na een onbehandelde recidief maligne glioom is de overleving slechts twee tot drie maanden. Deze slechte prognose maakt het zoeken naar nieuwe behandelingsvormen zoals gentherapie gewenst.
Gentherapie behelst het inbrengen van een gen in cellen van een patiënt met het oogmerk een genproduct tot expressie te brengen. Voor transport en expressie van therapeutische genen moet allereerst een geschikte vector worden gekozen. De keuze is daarbij tussen virale en niet-virale vectoren. De virale vectoren zijn vooralsnog