Net als de twee eerdere afleveringen in deze serie (beide gerecenseerd in De Neuroloog; deel 1 in 2005 en deel 2 in 2007) is dit derde deel van Neurological Disorders in Famous Artists echt iets voor de liefhebbers. De meeste mensen zal het namelijk koud laten dat Leonardo da Vinci een CVA had, dat Paul Klee leed aan sclerodermie en dat Egon Schiele géén dystonie had, maar zichzelf wel dystoon afbeeldde op zijn zelfportretten omdat hij geïnspireerd werd door foto’s uit ’La Salpêtrière’. Wat maakt het uit dat Franz Schubert en Robert Schumann syfilis hadden - hadden ze dat toen niet allemaal? Hector Berlioz gebruikte te veel opium, net als Thomas De Quincey, Samuel Taylor Coleridge en Jean Cocteau. So what? Als het vreemd is dat iemand dit soort feitjes leuk vindt dan ben ik vreemd, want ik smul er van. Een van mijn lievelingscomponisten, Dimitri Shostakovich, had waarschijnlijk ALS! Giorgio de Chirico ha
‘Neurology’s favorite term is deficit.’
Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen
Heeft u al een account?