SLECHTNIEUWSGESPREKKEN

De do’s en don’ts zijn duidelijk, het gespreksverloop blijft afwachten

  • 5 min.
  • Beroepsuitoefening

Voor het voeren van slechtnieuwsgesprekken bestaan praktische handreikingen, maar het gesprek kan tóch altijd anders verlopen dan je verwacht. Het is dus zaak goed in te spelen op de signalen die vooral de patiënt geeft, en ook de familie. Dan nog kan achteraf de perceptie van de patiënt over het gesprek anders zijn dan die van de arts of verpleegkundig specialist.

Neuroloog prof. dr. Jan Veldink van het UMC Utrecht herinnert zich zijn eerste slechtnieuwsgesprek nog terdege. ‘Het was met een vrouw die ik moest vertellen dat ze ALS had’, zegt hij. Haar man stond op, schoof hard zijn stoel naar achteren en brieste: “Dit kan niet waar zijn”. Vervolgens rende hij de deur uit. Ik heb verder gepraat met de vrouw, maar het was geen goede start. Gelukkig gaat het er zelden zo heftig aan toe.’ Maar juist de gesprekken waarbij dit wél zo is, onthoud je, vult verpleegkundig specialist Nienke de Goeijen (eveneens UMC Utrecht) aan. ‘Ik herinner me niet echt het eerste gesprek,’ zegt ze, ‘wel dat ik in het begin soms de neiging had om zelf te gaan huilen. Wat de reacties van de patiënt betreft kun je een verwachtingspatroon opbouwen, maar toch reageren mensen vaak heel anders. Soms zijn ze ondanks het slechte nieuws zelfs opgelucht dat ze eindelijk een diagnose hebben, het maa

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?