Bij analyse bleek dat bij het samenstellen van de toets twee vragen zijn samengevoegd en dat de uiteindelijke vraag inhoudelijk iets was veranderd, waardoor de antwoordsleutel niet meer klopte. Een omissie van de toetsingscommissie.
Vraag 1 luidde: ‘Een voorheen gezonde man van 76 jaar wordt om 7.30 uur op de spoedeisende hulp gepresenteerd met klachten die hij bemerkte bij ontwaken om 6.30 uur. Bij het naar bed gaan om 0.00 uur was alles nog goed. Bij neurologisch onderzoek heeft hij een afhangende mondhoek links, een geringe dysartrie, hemihypesthesie links en een hemiparese links, NIHSS 7. De bloeddruk bedraagt 176/94mmHg. Een blanco CT-scan van de hersenen toont geen bloeding en geen vroege tekenen van ischemie. Een aanvullende CT-angiografie toont geen behandelbare intracraniële occlusie. De CT-perfusie toont een infarctkern van 4 ml en een penumbra van 60 ml grootte. Welke uitspraak geldt nu voor deze patiënt? A. Een MRI hersenen (DWI/FLAIR) is aangewezen omdat intraveneuz