DE GEVAREN VAN LACHGAS

‘Als neurologen zien wij slechts het topje van de ijsberg’

  • 6 min.
  • Beroepsuitoefening

De NVN-projectgroep ‘Complicaties lachgas’ heeft een enquête uitgezet om de landelijke incidentie van neurologische klachten ten gevolge van lachgasgebruik in kaart te brengen. Uit de resultaten komt naar voren dat patiënten met door lachgas-geïnduceerde neurologische problemen in het hele land gezien worden. Iets om alert op te zijn. 'Neurologisch schuilt het grootste gevaar in een partiële dwarslaesie die niet meer volledig te herstellen is', zegt neuroloog Anne Bruijnes.

Neuroloog Anne Bruijnes is lid van de in december opgerichte projectgroep ‘Complicaties lachgas’. Een posterpresentatie tijdens de NVN-Wetenschapsdagen in 2017 zette Bruijnes, toen nog aios neurologie, op de radar bij de NVN. Met haar poster bracht zij de casus van twee patiënten met polyneuropathie ten gevolge van lachgasgebruik onder de aandacht bij collega’s. ‘Sindsdien word ik regelmatig door de NVN benaderd voor externe vragen over lachgas-geïnduceerde neurologische problemen.’

Landelijk probleem

Lachgasgebruik op zichzelf is niet nieuw. Al in de negentiende eeuw bestonden er zogenaamde laughing gas parties bij de Britse hogere klasse en in de jaren negentig was er belangstelling voor in het uitgaansleven van Nederland. Er werden echter - voor zover bekend - tot 2017 weinig tot geen lachgasgebruikers met neurologische problemen gezien door de neuroloog. De projectgroep wilde daarom in de eerste plaats de omvang van het probleem in kaart brengen. Middels een landelijke enquête heeft de projectgroep een redelijke indruk verkregen. ‘In de Randstad worden de grootste aantallen gezien, maar ook kleinere ziekenhuizen hebben patiënten. Het laat vooral zien dat het een landelijk probleem is, waar wij met z'n allen alert op moeten zijn.’ Voor de enquête zijn neurologische vakgroepen van 72 verschillende behandelcentra benaderd. Van 47 procent heeft de projectgroep een reactie ontvangen.

De overgrote meerderheid van deze centra heeft ten minste één patiënt gezien. Het OLVG in Amsterdam meldde maar liefst 45 patiënten met door lachgasgeïnduceerde neurologische klachten. De gestelde klinische diagnose van deze patiënten werd ook uitgevraagd in de enquête en deze varieerde van polyneuropathie, myelopathie of een gemengd beeld. ‘Het was een enquête en geen harde wetenschap, dus een statistisch goed onderbouwde conclusie trekken kan ik niet.’

Partiële dwarslaesie

Neurologisch schuilt het grootste gevaar in een partiële dwarslaesie die niet meer volledig te herstellen is. Maar ook een ernstige onherstelbare polyneuropathie zal voor een jong iemand zeer hinderlijk zijn. ‘Een algemeen bezwaar van het gebruik is dat veel nog niet bekend is.’ Zo zou lachgas bijvoorbeeld niet verslavend zijn. ‘Toch lijkt er sprake te zijn van een soort craving, wat juist een verslaving kenmerkt. En dit excessieve gebruik van zo’n honderd ballonnen per dag veroorzaakt de neurologische schade.’ Neurologen zien bovendien lang niet alle patiënten met problemen ten gevolge van het gebruik van lachgas. ‘Wij zien slechts het topje van de ijsberg.’ Huisartsen consulteren weleens een neuroloog, wanneer een patiënt zich bij hen meldt met neurologische klachten door lachgasgebruik zonder verder door te verwijzen. Ook personen die ongelukken veroorzaken onder invloed van lachgas komen doorgaans niet bij de neuroloog. ‘Ik denk dat de link tussen een vitamine B12-deficiëntie en lachgasgebruik intussen wel wordt gemaakt door artsen.’ Bruijnes benadrukt daarbij: ‘Als je een jongere ziet met tintelingen of een dwarslaesie-achtig beeld, denk dan zeker aan lachgasgebruik, maar denk ook aan al die andere mogelijke oorzaken die er kunnen zijn.’
Het gebruik van lachgas in het algemeen is zorgwekkend, niet alleen neurologisch, maar ook maatschappelijk. 'Het lijkt buitenproportionele vormen aan te nemen’. Bruijnes illustreert dit met een casus: ‘Onlangs zag ik in een status van een patiënt, die ik eerder op de polikliniek zag vanwege forse polyneuropathie bij lachgasgebruik, dat deze zich had gemeld met brandwonden bij de plastisch chirurg. Het betrof bevriezingsletsel dat was ontstaan tijdens het bijvullen van een ballon. Deze persoon is dus ondanks zijn ernstige klachten, doorgegaan met het gebruik van lachgas.’

Ervaringsdeskundigen

Hoe dan te voorkomen dat jongeren lachgas gaan gebruiken? ‘Dat is niet eenvoudig, want een jongerenwerker gaf laatst al aan dat jongeren niet zomaar naar een dokter luisteren. Ervaringsdeskundigen aan het woord laten zou iets kunnen zijn, maar juist deze groep patiënten deelt niet graag het verhaal. Schaamte speelt daarbij mogelijk een rol. Samenwerking tussen verschillende partijen is hoe dan ook belangrijk. Revalidatieartsen, neurologen, jongerenwerkers en verslavingsartsen moeten de krachten bundelen en samen de beste manier vinden om het gebruik te voorkomen. Ik denk ook zeker dat er iets gedaan moet worden om het excessieve gebruik in te perken, maar of het als verboden middel op de opiumlijst zetten de beste oplossing is, durf ik niet te zeggen.’
De samenwerking tussen de verschillende partijen moet nog verder gestalte krijgen, maar de eerste belangstelling is gewekt mede dankzij de media-aandacht die er volop is geweest voor het onderwerp. Na de bijdrage van Bruijnes aan het RTL Nieuws van 25 juni jl. volgden reacties van verslavingsartsen en preventiemedewerkers. Er is zelfs contact met iemand van VWS. ‘Ik vind het gelukkig niet heel vervelend om iets voor de camera te vertellen, al heb ik geen mediatraining gehad. Bij het interview voor RTL was er continu iemand van onze communicatieafdeling aanwezig. Wat vervelend is, is dat er maar een halve minuut wordt uitgezonden van een gesprek van een half uur. Hierdoor moet je goed opletten wat je zegt, en van tevoren ook bedenken waarover je niets wil zeggen. In de uitzending was mijn uitspraak dat wij mensen die hooguit tien ballonnen gebruiken niet zien, zonder context, waardoor het net leek of een beetje gebruik niet erg is, terwijl mijn boodschap eigenlijk is: Gebruik het niet!’


Projectgroep Complicaties lachgas

In de projectgroep zitten verder Lucille Dorresteijn (MST), Paul Bienfait (Gelre Ziekenhuizen), Maarten Titulaer (Erasmus MC) en uit het OLVG: Vincent Kwa, Max Heijting en Barry Ruijter.
Aios Max Heijting werkt aan een behandelprotocol: ‘Het protocol is nu vooral gericht op het oplossen van het functionele vitamine-B12-tekort. We onderzoeken nog hoeveel en ook hoe we dit het beste kunnen suppleren. Op dit moment bestaat er een voorkeur voor de injectie via de huisarts, zodat er meer zicht is op therapietrouw. Het is namelijk een moeilijke groep gebleken om op nacontrole terug te zien.’
Aios Barry Ruijter brengt de patiënten binnen het OLVG gedetailleerd in kaart. ‘Wie zijn het en welke complicaties zijn te wijten aan het gebruik van lachgas? De polyneuropathie en myelopathie zijn heel duidelijk, maar er is meer. Zo hebben wij een patiënt gehad met een psychose die niet goed begrepen werd en iemand met epilepsie. Zeer waarschijnlijk zijn er ook hematologische problemen, zoals anemie of verhoogde stollingsneiging. Van de meer subtielere verschijnselen weten we nog vrij weinig.’
Beide pleiten overigens niet voor een totaalverbod, eerder voor het beperken van de toegang tot de grotere tanks met lachgas.


Anne Bruijnes

Tot eind mei was Anne Bruijnes in opleiding tot neuroloog bij het Zuyderland Ziekenhuis. Vanaf 1 juni jl. is zij werkzaam als neuroloog fellow neuromusculaire ziekten in het Maastricht UMC+.