WERKGROEP PIJN

‘Veel neurologen vinden pijn lastig’

  • 5 min.
  • Katern pijn

Een van de belangrijkste doelstellingen van de werkgroep Pijn van de NVN is het verbeteren van de multidisciplinaire zorg voor patiënten met neuropathische pijn. Daarnaast is onderwijs over pijn voor aios neurologie een belangrijk aandachtspunt. ‘Pijn is nog altijd een ondergeschoven kindje binnen de neurologie’, aldus dr. Brigitte Brouwer, voorzitter van de werkgroep Pijn.

Brigitte Brouwer behandelt in het MUMC+ fulltime patiënten met chronische pijn. Ze kwam min of meer toevallig bij deze patiëntengroep terecht – er was simpelweg een vacature – maar raakte onmiddellijk gefascineerd door chronische pijn. Zeker omdat ze eigenlijk weinig van dit vakgebied had meegekregen tijdens haar opleiding.
‘Er is nog zoveel te ontdekken en te ontwikkelen op dat gebied; het is wat dat betreft echt nog een jungle. Ik zie de meest bijzondere ziektebeelden en ik mag samenwerken met huisartsen, internisten, oncologen en anesthesiologen. Het is zo groot, pijn.’ Ze vertelt dat 20 procent van de bevolking chronische pijn heeft, een op de vijf mensen dus. Tien procent heeft neuropathische pijn, en bij 18
procent gaat het om matige tot ernstige pijn.
Chronische pijn leidt tot een verminderde kwaliteit van leven; die kan zelfs minder zijn dan bij patiënten met kanker of hart- en vaatziekten. Deze pijnpatiënten kampen vaak met depressies of angstproblemen en zijn niet altijd in staat om te werken. ‘Dit kost onze maatschappij jaarlijks zo’n 20 miljard euro.’ Brouwer wil het maar even gezegd hebben: pijn is een niet te onderschatten probleem voor veel mensen én voor de maatschappij.

Medicatie vaak onvoldoende effect

Toch vinden veel neurologen pijn ‘lastig’, zegt Brouwer, vooral omdat ze er lang niet altijd goed raad mee weten. ‘Veel neurologen richten zich alleen op het biologische aspect van neuropathische pijn en behandelen dit met neuropathische pijnmedicatie. De behandeling met alleen medicatie heeft echter vaak onvoldoende effect. Het is belangrijk dat de neuroloog naar alle aspecten van chronische pijn kijkt. Dat gebeurt niet altijd.’ Ze vertelt dat de werkgroep Pijn pleit voor een discipline-overstijgende benadering van chronische pijnpatiënten vanuit het bio-psychosociale model. ‘Om een voorbeeld te geven: een patiënt met een pijnlijke diabetische polyneuropathie kunnen we medicatie voorschrijven en we kunnen zelfs een ruggenmergstimulator implanteren. Het is echter ook belangrijk om de psychosociale factoren in kaart te brengen en daar eventueel hulp voor aan te bieden in de vorm van bijvoorbeeld acceptance and commitment therapy (ACT) of pijnrevalidatie. Dit gehele pakketje zou aangeboden moeten worden aan de patiënt, zodat deze kan kiezen uit de verschillende mogelijkheden.’

Ondergeschoven kindje

De werkgroep Pijn van de NVN is monodisciplinair, maar is wel vertegenwoordigd in de Pijn Alliantie in Nederland (PA!N), die multidisciplinair is. Deze alliantie heeft als doel om in Nederland de prevalentie van chronische pijn te verminderen en de behandeling van mensen met chronische pijn te optimaliseren. Alle partijen in Nederland die op welke manier dan ook met pijn en pijnbehandelingen te maken hebben, werken samen in PA!N. PA!N stimuleert het onderzoek naar pijn en het onderwijs erover en streeft naar een optimale behandeling van patiënten met pijn. ‘Wij zijn momenteel vertegenwoordigd in de congrescommissie en in de opleidingscommissie’, vertelt Brouwer. ‘Beide zijn heel belangrijk als het gaat om het vergroten van de kennis over pijn. Pijnonderwijs zit in de curricula van de universiteiten, maar dit mag altijd meer zijn. Vanuit de opleidingen is er behoefte aan meer aandacht voor pijn, zo merken wij.’
De werkgroep Pijn is druk bezig om de kennis over pijn te verbeteren en te verspreiden. De werkgroep is onder meer vertegenwoordigd in verschillende projecten, zoals het Zinnige Zorg-traject lage rugpijn en het standpunt neuromodulatie [zie dit artikel], maar ook in multipele richtlijncommissies voor pijnlijke diabetische polyneuropathie, lumbaal radiculair syndroom (LRS), verstandig opioïden kiezen, revalidatie en pijn, pijn bij patiënten met kanker of gevorderde stadia van COPD en hartfalen.’

LRS is een pijnsyndroom dat neurologen veel zien: van de nieuwe ruggerelateerde patiënten wordt 60 procent gezien door de neurologie. De impact op de maatschappij is groot, maar er valt met betrekking tot de afstemming van zorg, richtlijnen en wetenschap nog winst te bepalen, zegt Brouwer. ‘Hier is een rol voor de NVN weggelegd, de werkgroep pijn is hierbij betrokken.
‘Neuroloog Bas ter Meulen uit het OLVG heeft afgelopen jaren onderzoek naar het effect van wortelblokkades bij het LRS gedaan: de Steroids Against Radiculopathy (STAR)-trial. Dit najaar worden de resultaten verwacht. We zijn erg benieuwd hiernaar.’

Leidraad Chronische Pijn

De werkgroep Pijn werkt mee aan een leidraad Chronische Pijn die op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) en de Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) wordt ontwikkeld. Deze wordt gefinancierd door SKMS-gelden van de FMS. Brouwer: ‘Het beoogde resultaat van dit project is een multidisciplinaire leidraad die beschrijft hoe de chronische pijnzorg in Nederland georganiseerd moet zijn. Ook is het ons doel om handvatten te bieden voor het organiseren van afstemming van gezamenlijke besluitvorming in een multidisciplinaire omgeving. En we willen kaders stellen voor het doelmatig inzetten van dure medische middelen. De leidraad moet hiermee de kwaliteit van zorg bevorderen.’
Want over pakweg tien jaar – ‘maar liever veel eerder’ – moet er bij alle neurologen aandacht voor pijn zijn, met name in de opleiding. Ook moet er dan min of meer vanzelfsprekend multidisciplinair gedacht worden. ‘Natuurlijk, het klinkt logisch dat we dat moeten doen, maar wij zijn nog altijd geneigd om puur somatisch te kijken. Chronische pijn dóet iets met je als mens, daar moeten wij als behandelaren bij stilstaan. Samen met de patiënt kunnen we de mogelijkheden bekijken om het leven met de pijn dragelijker te maken. We zijn in staat om gepersonaliseerde zorg te bieden met een discipline-overstijgende aanpak en netwerkgeneeskunde. Daar kunnen wij veel in betekenen, veel meer dan met een monodisciplinaire somatische aanpak.’


Brigitte Brouwer is neuroloog op de afdeling Anesthesiologie en chronische pijnbestrijding in het MUMC+, voorzitter van de landelijke werkgroep Pijn en lid van het algemeen bestuur van de Pijn Alliantie in Nederland. Daarnaast is ze consulent voor de nationale adviesgroep palliatieve geneeskunde. In 2019 is ze gepromoveerd op dunnevezelneuropathie.