De onderzoekers bestudeerden hersenweefsel uit de hippocampus van overleden patiënten die ECT hadden ondergaan en vergeleken dat met weefsel van patiënten die geen therapie hadden gehad en van mensen die niet depressief waren. Ze zagen geen hersenschade.
Wel vonden ze in het weefsel van de patiënten die behandeld waren met ECT een relatief hoge concentratie van de eiwitten doublecortine en stathmin 1. Deze eiwitten zijn betrokken bij de aanmaak van nieuwe zenuwcellen en de ontwikkeling van neurale verbindingen.